Het was vroeg in de ochtend toen de familie wegreed voor een vakantie aan zee. Het lichtblauw van de stationwagen was nog net zichtbaar aan het eind van de straat toen de buurman van de overkant zijn gordijnen opendeed. Zijn huis zag er oud en vervallen uit. “Een ruïne”, placht de man, die net met zijn gezin voor drie weken was vertrokken, te zeggen. Uit het kastje boven het aanrecht haalde de oude man van de overkant een fles cognac tevoorschijn die hij bewaarde naast de allesreiniger, stoffer en blik en de schuursponsjes. Hij was er, zoals iedere dag, vroeg bij. Het was nu bijna een jaar geleden dat zijn vrouw er niet meer was en het werd steeds zwaarder. Het alleen-zijn. Op een dag zoals vandaag, zonnig en droog, maakte hij een wandelingetje om even langs haar graf te gaan op de begraafplaats aan de achterkant van de grote vijver waar in de zomer kinderen eendjes voerden, tieners aan de waterkant lagen te flikflooien en volwassenen hun boek lazen. Maar niet nadat hij een borreltje had genomen.
Deze keer zag de man, bij het graf aangekomen, dat er op de deksteen, naast de gebruikelijke plant, een paar rolschaatsen stonden. Hij keek een paar keer schichtig in het rond - misschien was de onverlaat die ze daar had achtergelaten nog in de buurt - en pakte toen de rolschaatsen op om ze in de dichtstbijzijnde prullenbak te gooien. In de prullenbak lag een speelgoedauto met kapot achterlicht. “Kinderen”, gromde hij en liep terug naar het graf van zijn vrouw waar hij de plant van het graf nam en verving met een nieuw, vers exemplaar. Hij wandelde, wat sneller dan normaal, terug naar huis en nam er de fles cognac uit de keukenkast.
Deze keer zag de man, bij het graf aangekomen, dat er op de deksteen, naast de gebruikelijke plant, een paar rolschaatsen stonden. Hij keek een paar keer schichtig in het rond - misschien was de onverlaat die ze daar had achtergelaten nog in de buurt - en pakte toen de rolschaatsen op om ze in de dichtstbijzijnde prullenbak te gooien. In de prullenbak lag een speelgoedauto met kapot achterlicht. “Kinderen”, gromde hij en liep terug naar het graf van zijn vrouw waar hij de plant van het graf nam en verving met een nieuw, vers exemplaar. Hij wandelde, wat sneller dan normaal, terug naar huis en nam er de fles cognac uit de keukenkast.