Vanuit de zijstraat rijdt een auto achteruit de rijbaan op. Er staat een man te zwaaien met zijn armen. Hij wil de bestuurder van de auto blijkbaar duidelijk maken hoe ver hij nog naar achteren kan. Aan de man met de grote gebaren kleeft het ongemak van de mens die zich door de publieke ruimte begeeft zonder daarbij een doel te hebben. Niet onderweg te zijn van A naar B maar tijd over te hebben op een plaats waar dat al snel verdacht is. Doelloosheid is een vestibule voor gevaar. Ik pak mijn fiets en rij weg.
|
Een dagelijks opwarmrondje om de gedachtenstroom op gang te brengen RECENT
Mei 2015
SOORT |